De Arbo-Informatie 17 (AI-17)
De VVT heeft de AI-17 gepubliceerd. Dit naslagwerk bevat o.a. uitgebreide informatie over het werken met hijs- en hefmiddelen. Hoofdstuk 5 van de AI-17 geeft nadere toelichting op het keuren en inspecteren van hijs- en hefmiddelen.
De AI-17 is te bestellen is via de webshop van de VVT.
Keuren, inspecteren en controle
In het arbobesluit, artikel 7.2a staat dat onder keuring wordt verstaan 'een onderzoek of beproeving'. In artikel 7.4a van het arbobesluit wordt over de 'noodzakelijke keuringen en beproevingen van arbeidsmiddelen' gesproeken. Transporthouders en een gedeelte van de hijskranen en hefwerktuigen vallen onder de noemer arbeidsmiddelen en moeten aan deze veresite voldoen.
Voor hijskranen geldt het Warenwet besluit machines, artikel 6d, waarin gesproken wordt over een 'periodieke keuring'.
In artikel 7.20 van het arbobesluit staat dat hijs- en hefgereedschappen onderworpen moeten worden aan een 'onderzoek op goede staat, waarbij het zonodig wordt beproefd'.
De begrippen keruing en inspectie worden door velen, inclusief de wetgever, regelmatig door elkaar gebruikt. Het begrip controle is toegevoegd om te benadrukken dat voor elk gebruik altijd een controle moet plaatsvinden. (Klik hier voor een overzicht van de verschillende tussen keuring, inspectie en controle.)
Controle:
Onder controle verstaan we ‘de beoordeling of het in te zetten middel geschikt is om veilig te gebruiken’.
Normaal gesproken voert de persoon die de hijs- of hefmiddelen gaat gebruiken deze controle uit. Hij of zij controleert de volgende zaken: werklast, merktekens, de goede staat op basis van de afkeurnormen en of het beoogde gebruik in overeenstemming is met de gebruiksaanwijzing. De controle hoeft niet vastgelegd te worden.
Inspectie:
Een inspectie is een onderzoek of een hijs- en hefmiddel nog veilig te gebruiken is. De inspectie moet door een deskundige worden uitgevoerd, om zeker te stellen of het middel veilig gebruikt kan worden. De inspecteur moet weten wat de afkeurnormen zijn van het betreffende hijs- of hefmiddel (gebruiksaanwijzing) en wat de specifieke branche aandachtspunten zijn. De bevindingen van deze inspectie moeten vastgelegd worden.
De werkgever is verantwoordelijk voor de uitvoering van de inspectie. Het Arbobesluit en het Warenwetbesluit machines bepalen dat keuringen (dus ook inspecties) uitgevoerd moeten worden door een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. De werkgever moet bij het geven van de opdracht beoordelen of een in het bedrijf aanwezige deskundige de inspecties kan uitvoeren. Hierbij moet hij zich realiseren of deze inspecteur wel vrij is in het oordeel goed- of afkeur. Ook moet de werkgever rekening houden met specifieke eisen die gesteld worden aan deskundige personen of instellingen.
Keuring:
Een keuring is een onderzoek en eventueel (her)beproeving van hijs- en hefmiddelen met de beoordeling of deze aan de voorschriften voldoen. Dit wordt vastgelegd in een keuringsrapport.
Bij een keuring wordt een waardeoordeel uitgesproken over de bruikbaarheid van het middel. Het verschil tussen keuring en inspectie ligt in dat waardeoordeel over de bruikbaarheid en in het niveau van deskundigheid.
Een keurder (keurmeester) heeft doorgaans meer kennis van het te keuren middel dan een inspecteur. Hij beschikt over fabrieksspecificaties van het te keuren middel. Belangrijk is hier ook dat de keurder een objectief oordeel over goed- of afkeur kan uitbrengen. Een keurder beschikt daarnaast over aantoonbare deskundigheid.
De basis voor de keuring is de gebruiksaanwijzing aangevuld met branche- en gebruikerservaringen en uiteindelijk de keuringseisen.
Voor een praktische invulling van een keuringssysteem wordt verwezen naar de TCVT certificatie-schema's Keuring hijs- en hefgereedschap (W1-01), keurmeester hijs- en hefgereedschap (W1-02) en het wettelijke voorgeschreven schema voor keuring hijskraan (W3-01).
Wie mag een keuring van hijs- en hefmiddelen uitvoeren?
De werkgever mag zelf bepalen wie een keuring van het hijs- en hefmiddelen uitvoert, zolang dit gebeurt door een deskundig persoon of partij. Dit betekent dat de werkgever ervoor kan kiezen om zelf de eigen hijs- en hefmiddelen te keuren. De werkgever dient in dit geval wel een mate van deskundigheid te bezitten, die hij/zij middels een training kan behalen.
Heeft een werkgever niet voldoende kennis van wet- en regelgeving, normen, de techniek en kenmerken inzake het arbeidsmiddel? Dan is het verstandig de keuring uit te besteden aan een deskundige partij.
De TCVT heeft de eisen rondom de keurmeester hijs- en hefgereedschap opgesteld in het schema W1-02 (TCVT certificaat keurmeester hijs- en hefgereedschap). Hiermee wordt invulling gegeven aan het ruime wettelijke begrip van deskundigheid. De TCVT keurmeester wordt geëxamineerd conform de eisen van TCVT W1-02 en ontvangt een TCVT certificaat dat 5 jaar geldig is.
De frequentie van inspecties of keuringen
De frequentie van inspecties of keuringen ligt wettelijk niet vast. De toelichting op het Arbobesluit geeft als minimum ondergrens dat er ten minste eenmaal per jaar een onderzoek moet plaatsvinden.
Voor hijs- en hefgereedschappen is in het Arbobesluit artikel 7.20 een termijn genoemd van ‘ten minste eenmaal per jaar’. Voor transporthouders (arbeidsmiddelen) wordt in het Arbobesluit artikel 7.4a de omschrijving ‘zo dikwijls dit ter waarborging van de goede staat noodzakelijk is’ gehanteerd. Voor hijskranen met een bedrijfslast vanaf 2 ton wordt in het Warenwetbesluit machines een termijn van ‘ten minste eenmaal per jaar’ genoemd.
De RI&E die in het bedrijf is uitgevoerd, moet uitsluitsel geven over de toe te passen frequenties rekening houdend met de wettelijke eisen. Gelijktijdig moet worden beoordeeld of een inspectie voldoende is of dat er een meer uitgebreide keuring moet worden uitgevoerd.
Meer informatie en de AI-17
Voor meer informatie over het keuren van hijs- en hefmiddelen kunt u contact op nemen met de VVT secretariaat@vertciaaltransport.nl.
De AI-17 is te bestellen is via de
webshop van de VVT.